Tortolì: Van de smalle kuststrook rond het dorp, het gaat op deze ronde zonder veel opwarming al op de eerste 15 kilometer omhoog in het bergdorp Lanusei tot het punt. De 198 is het perfecte voorgerecht voor een reis naar het Gennargentu-gebergte.
Arcu Correboi: De nadering van de 1.246 meter hoge pas en vervolgens naar de Passo di Caravai op 1.118 meter kort na biedt voldoende tijd om van het uitzicht te genieten. Naar het oosten, het uitzicht veegt steeds weer naar de zee. Westwaarts staan de toppen van de bergketen op zijn pad. De weg loopt ongeveer halverwege de imposantste bergen van Sardinië, waaronder de Punta la Marmora, met 1.834 meter de hoogste berg van het eiland.
s'Arcu de Tascussi: op bijna hoogalpiene wijze gaat het door de afzonderlijke delen van het Parco Nazionale del Golfo di Orosei en del Gennargentu. De 1245 meter hoge pas leidt vanuit het parkeerterrein naar het zuiden. Beide oprijplaten zijn extreem opwindend en vragen veel concentratie. Hier komt Dèsulo, een bergdorpje voor een verfrissende pauze.
Monti del Gennargentu: De Gennargentu wordt beschouwd als het dak van het eiland. De naam van de bergketen is afgeleid van genna = pass en argentu = silver en betekent dus eigenlijk 'The Silver Pass'. Zilver of goud zul je waarschijnlijk tevergeefs zoeken op een rondleiding door de Gennargentu, maar de bergen komen met een buitengewone aantrekkingskracht: op een eiland in het midden van de Middellandse Zee, is er een skilift, namelijk bij de Bruncu-Spina. De bergen zijn eigenlijk een onregelmatige bergrug die zijn hoogste punten bereikt rond de Punta la Marmora. De talrijke kleine en kleinste wegen, waarvan sommige ook onverhard, bieden voldoende lichaamsbeweging voor een meerdaags rijplezier. Het beweegt meestal op hoogtes rond de 1000 meter.