Collioure: waar je deze heen- en terugreis ook begint, je belandt ooit in het pittoreske havenstadje Collioure. Het oude, historische vissersdorp staat bekend om zijn twee havenbaaien, de idyllische versterkte kerk en de vestingwerken tot ver buiten de landsgrenzen. Hier kun je fantastisch dineren in de schaduw van oude muren.
Col de Balitres: De meest oostelijke Pyrenese overgang , met een hoogte van 165 m, garandeert geen hoogteverslag. Het vertegenwoordigt de grens tussen Spanje en Frankrijk en ligt in het midden van de fantastische, veelbelovende kustweg van de Côte Vermeille.
Céret: voor ons een van de mooiste dorpjes in de Pyreneeën. Onder schaduwrijke platanen zijn uitnodigende plekken en prachtige boulevards. Langs de stoepranden loopt water voor koeling in de zomer. Hier kun je perfect herstellen van de vele kilometers bochten.
Força Réal: De 507 m hoge Força Réal ligt midden in de regio Fenouillèdes. Deze opvallende bergtop biedt een fantastisch uitzicht op de Pyreneeën. Je kunt daar naar toe gaan en daar een fantastische picknick houden.
Ille-sur-Têt: Na de vele kilometers toeren hier, kunnen de voeten goed worden weergegeven. De "orgelpijpen" lokken ons: unieke vijf miljoen jaar oude rotsformaties. En in Ille-sur-Têt zijn er een paar leuke terrasjes.
Étang de Canet: De klassieke vakantieregio - hier aan de kust zijn veel campings en er zijn hele mooie stranddelen voor verfrissend zwemplezier. Vergeet dus geen zwembroek en spring er gewoon tussendoor in de Middellandse Zee.