Bastia: Degenen die met de veerboot vanuit Frankrijk of Genua komen zullen hier landen. De stad gesticht door de Genuese in 1378 werd ook de hoofdstad van het eiland genoemd. Richting de Toscaanse kust, Bastia heeft de charme van oude mediterrane steden, met zijn hoge huizen langs smalle straatjes en discrete elegantie benadrukt door kleurrijke luiken. Het fort boven de stad leidde tot de naamgeving.
Cap Corse: Het steile, 40 kilometer lange bergachtige voorgebergte wijst naar het noorden als een vinger. Een hoge weg leidt rond het schiereiland en biedt een adembenemend uitzicht.
Nonza: Het kleine dorp ligt op een 200 meter hoge rots, vooral aan het grijze strand, dat zijn kleur heeft van de schalie. Met een lengte van meer dan een kilometer strekt het zich uit onder de huizen en het 1550 gebouwde plein en de gerestaureerde Genuese toren.
St-Florent: Het dorp ligt hoog in het noordwesten van het eiland Corsica aan de gelijknamige Golf tussen de bijna onrustige Désert des Agriates en de Cap Corse. Vanwege zijn mediterrane flair, wordt hij ook wel het Corsicaanse Saint-Tropez genoemd.
L'Île-Rousse: De havenstad dankt zijn naam aan de typische rode rotsen aan de kust. Een van de attracties is de markthal, waarvan de dakconstructie wordt ondersteund door een totaal van 21 kolommen.