Ólbia: De stad aan de noordoostkust van Sardinië, tegenover de eilanden Tavolara en Molara, wordt beschouwd als de toegangspoort tot Sardinië. Hier zijn de meeste veerverbindingen. Ólbia geniet ook van een eiland-brede reputatie als een gastronomisch centrum voor mosselen geoogst in de ondiepe baai. De prachtige hoofdstraat Corso Umberto nodigt u uit om te wandelen in het centrum vanaf de pier. In het gebied vormen de neolithische ruïnes van het nuraghe-fort "Cabu Abbas" en de fontein "Sa Testa" de archeologische aantrekkingskracht van Ólbias. Daarnaast biedt de stad snelle toegang tot de populaire Costa Smeralda, die maar een paar kilometer naar het noorden begint.

Porto Cervo: het toeristische centrum van de Costa Smeralda is een populaire vakantiebestemming geworden voor de internationale jetset, met een reeks van 4 en 5 sterren hotels beschikbaar. Karim Aga Khan IV richtte het resort in de vroege jaren zestig op als een vakantiebestemming voor exclusieve vakantiegasten. Porto Cervo werd al snel populair bij rijke reizigers. De karakteristieke Piazzetta wordt gekenmerkt door exclusieve restaurants en avondclubs.

Palau: Autoveerboten naar het eiland La Maddalena vertrekken tot 80 keer per dag vanaf de kleine haven. Boven de kust leidt een panoramische weg naar de Capo d'Orso, waar "de beer", een gigantische formatie van typische granietrotsen van Gallura, waakt over de Costa Smeralda.