Sassari: Met ongeveer 130.000 inwoners is de noordwestelijke stad de op een na grootste in Sardinië. Het wordt omgeven door uitgestrekte olijfgaarden en strekt zich uit over een aflopend kalkstenen plateau naar het zuiden. Het werd gesticht in de Middeleeuwen door de inwoners van de oude Turris Libysonis (Porto Torres) die wilden ontsnappen aan de frequente aanvallen van de Saracenen. Tegenwoordig is het het administratief centrum en huisvest een prestigieuze universiteit.
Capo Cáccia: Capo Cáccia ligt ten noordwesten van Alghero. Op deze pittoreske rots staat een goed zichtbare vuurtoren. Daaronder, bereikbaar via ongeveer 100 treden en direct op zeeniveau, is er een fantastisch mooie enorme grot met ontelbare stalactieten en stalagmieten. De Grotta di Nettuno is beloopbaar en - zeer bizar binnen verlicht - zeer de moeite waard om te bekijken.
Capo dell 'Argentiera: Al sinds de Romeinse tijd werd er zilver gedolven in de Capo dell'Argentiera - een schatkamer van de helden van Silbersucher. Daarom is het voormalige zilverstadje Argentiera een bezoek waard. Vandaag, nadat het werk in de jaren zestig eindelijk was gestopt, moet het vervallen transportsysteem worden omgebouwd tot een vakantiebestemming.
Porto Torres: Deze drukke multifunctionele haven levert olie, kolen en gas aan de lokale industrie. Van regenachtig ferryverkeer getuigen van de vele lijnen naar Noord-Italië.