Grenoble: De universiteit en onderzoeksstad was ook de locatie voor een Olympische Winterspelen. Attracties zijn de oude binnenstad en het fort, dat toegankelijk is via een futuristische kabelbaan. Omgeven door bergen, is de enige "ontsnappingsroute" Napoleon - maar in het zuiden.
Vizille: Het kasteel, met zijn grote en uitgestrekte park, herbergt het Musée de la Révolution française (gratis toegang). Hier kun je jezelf snel verliezen in de fascinatie van de burgerlijke opstand.
Le Bourg-d'Oisans: Het marktstadje aan de voet van het Belledonne-massief is uitgegroeid tot een formidabel openluchtmekka. Geen wonder gezien het brede werkterrein dat open staat voor sportieve tijdgenoten in de mooiste natuurlijke omgeving. Met zijn locatie en infrastructuur is de plaats ook een goede uitvalsbasis om te toeren.
Col du Glandon: De 1.924 meter hoge Alpenpas is een legende, vooral onder fietsers. De noordelijke hellingbaan neemt op met een kronkelende afdaling en een goede asfaltering.
St-Colomban-des-Villards: Het stadje is de eerste tussenstop na de Glandon en een populaire bestemming voor voorbijgangers op twee wielen.
Col de la Madelaine: 1.997 meter had de pas. Dat was niet genoeg. Uitgebreide stortplaatsen leverden nu een trotse 2.000 hoogtemeters op. De pas met het prachtige uitzicht op de Mont Blanc zou leuk genoeg zijn.