Ljubljana: De hoofdstad is niet alleen het politieke, maar ook het economische en culturele centrum van het land en zeker de moeite waard om langer te blijven. Als je slechts een korte tijd hebt voor een tour, moet je je altijd oriënteren op de oevers van de Ljubljanca en de kathedraalwijk bezoeken. De kleurrijke markten op zaterdag zijn een magneet voor bezoekers. De stad kan grondig worden verkend per motorfiets. Het verkeer is beheersbaar, er zijn parkeerplaatsen voor motorrijders op veel plaatsen. Maar makkelijker en intenser is zeker een bezoek te voet.
Cerknica: Tot nu toe heb je al heel wat bochten gemaakt op dit podium. De aanblik van de oever van het meer met zijn enorme afmetingen na regenval heeft een kalmerend effect.
Mali Lug: het gaat gestaag omhoog. Binnenkort worden zowel het 1000-meter-merkteken als de grens met Kroatië overschreden. Hevige bochten leiden naar de plaats bij het Nationale Park Risnjak, vanwaar de route Kroatië snel verlaat.
Kocevje: Het gebied was ooit een eiland in de Duitse taal (Gottscheer). Bezienswaardig is de ruïne van het fort Freidrichstein. Het zwaar beboste plateau wordt bevolkt door bruine beren.
Ribnica: De plaats is een van de oudste steden in Slovenië. In de goed bewaard gebleven overblijfselen van het kasteel vertelt het museum veel over het verhaal. De parochiekerk met zijn karakteristieke tweelingtorens is ook een bezoek waard. En begin september trekt een grote markt van hout en aardewerk bezoekers aan.
Turjak: Het imposante kasteel, dat meer dan 1.000 jaar boven het gebied uittorent, is alleen in het weekend geopend. Uiteraard is het altijd een stop waard. De adel van Auersperger heeft hier een weelderige residentie gebouwd, die sinds de 16e eeuw als een kasteel wordt beschouwd.
Škofljica: Vanuit de hooglanden van het zuidoosten daal je snel af naar de heide rond Ljubljana.