Sainte-Maxime: vanuit Fréjus slingert de route zich langs de dichtstbebouwde kust alvorens de Golf van St. Tropez te bereiken. Beschermd tegen de mistral van het Massif des Maures, de plaats is een van de meest gewilde adressen aan de kust.
Col de Gratteloup: De enige 225 meter hoge heuvel mag nog steeds "pas" noemen, omdat het de top is van een belangrijke verbindingsweg. Als alternatief voor de rechtgetrokken, nieuwe route, zijn er kronkelende paden van de oude route te ontdekken.
Sillans-la-Cascade: Na een lange rit door uitgestrekte bosgebieden, langs wiens smalle paadjes een aantal kerkelijke monumenten zijn, zoals kloosterruïnes en kapellen, biedt het stadje met name een indrukwekkende waterval (40 meter valhoogte) voor afwisseling.
Lac de Sainte-Croix: De wreedheid waarmee de rivier Verdon zich een weg door de kalksteen van zijn omgeving heeft gegeten, werd benut door de bouw van een dam in de vroege jaren zeventig. Het resulterende reservoir levert tot op de dag van vandaag duizenden huishoudens met elektriciteit (142 miljoen KWh per jaar) en water.
Moustiers-Sainte-Marie: Niet alleen voor een tussenstop, maar ook als podiumbestemming, dit pittoreske dorpje aan de uitgang van een van de grootste kloven van Europa. Dienovereenkomstig vinden reizigers hier ook de volledige breedte van de benodigde infrastructuur. Restaurants, hotels, campings, benzinestations en winkels bieden alles wat u nodig heeft. De kwaliteit kan echter soms worden aangetast. Geen wonder, je hebt bijna een bevoorradingsmonopolie op een groot gebied.