Alpe d'Huez: Het startpunt van deze sfeervolle tocht in het hart van de Franse Alpen is Le Bourg-d'Oisans. Vanaf hier, in 21 ingrijpende bochten, een van de beroemdste beklimmingen van de Tour de France tot aan het skigebied van Alpe d'Huez.
Col de Sarenne: Bijna niemand neemt deze kleine pas waar, omdat de meeste Alpe d'Huez een doodlopende weg inslaan. Verre van dat. Het pad naar de pas op 1999 meter is echter niet constant geplaveid, ook doorkruist door tal van diepe betonnen troggen, die de richting van het smelt- en regenwater moeten aangeven. Zelfs de afdaling naar Mizoën op het Lac du Chambon heeft betere geasfalteerde tijden gekend. Er is nauwelijks verkeer naar de droomperspectieven van de route.
Col du Galibier: In een ronde op de legendes van de Tour de France mag de 2 646 meter hoge Galibier niet ontbreken, hij is 33 keer verslagen. Voor de 100ste verjaardag van de tournee in 2011 werd hij van twee kanten benaderd op twee podia.
St-Jean-de-Maurienne: De kleine hoofdstad van de Maurienne-vallei is niet erg mooi, maar het is al bewoond sinds de zesde eeuw. Daarnaast is het het hoofdkantoor van de bekende messenfabriek Opinel, waarvan de producten een vergelijkbare reputatie hebben als de Zwitserse messen. Bezoeken aan het museum en de winkel moeten tijdens deze tour worden gepland.
Col de la Croix de Fer: De kronkelende klim naar de 2 068 meter hoge pas is een van de mooiste routes in de regio, vooral vanwege het fantastische uitzicht op de Belledonne-keten.